Het Actieplan Bodem en Water (ABW) is een bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst tussen LTO Flevoland, Provincie Flevoland en Waterschap Zuiderzeeland. De activiteiten zijn gericht op het verbeteren van bodemkwaliteit, waterkwaliteit en waterbeschikbaarheid.
De eerste samenwerkingsovereenkomst werd in 2014 gesloten. Het programma richt zich op agrariërs en werkt aan bewustwording door stimuleren van kennisdeling, demonstratie en het uitnodigen van ondernemers om initiatieven en maatregelen te nemen.
In het ABW is opgenomen dat de uitvoering van het ABW in het derde jaar (2019) wordt geëvalueerd. Het programmateam van het ABW heeft Robert de Graaff van ORG-ID gevraagd als externe projectleider voor deze evaluatie. De evaluatie is op een lerende manier uitgevoerd. De evaluatie is maart 2020 besproken met de stuurgroep van de samenwerking.
Aanpak
Allereerst is een uitgebreid feitenrelaas opgesteld en is een enquête onder de boeren gehouden. Het feitenrelaas en voorlopige uitkomsten van de enquête zijn aan de drie partijen voorgelegd ter commentaar en aanvulling. Daarna is een rondetafelgesprek gevoerd over de betekenis van de feiten om daar samen van te leren. De resultaten van de evaluatie zijn eerst met het ABW programmateam besproken en daarna met de individuele bestuurders. Na beantwoording van ieders vragen is de rapportage afgerond en gepresenteerd aan de Stuurgroep van het ABW.
Uitkomsten
De Flevolandse boer is de afgelopen zes jaar meer bodembewust geworden. Dat is deels te danken aan de inspanningen die zijn verricht in het kader van het Actieplan Bodem en & Water Flevoland.
Naar schatting heeft een vijfde van de Flevolandse boeren in een of andere vorm meegedaan aan activiteiten van het Actieplan Bodem & Water Flevoland. ‘Daarmee is het de afgelopen jaren succesvol geweest in het verbinden van kennis en handelen bij agrarische ondernemers’, stelt het programmateam dat de evaluatie uitvoerde. De uitkomsten van een enquête onder veertig deelnemers aan projecten ondersteunen deze conclusie.
Door boeren zelf met plannen te laten komen aan de hand van hun behoeften, wordt sinds 2014 ingespeeld op praktijkgerichte oplossingen en op kruisbestuiving. Met buurtgenoten werken boeren aan bodemkwaliteit en kiezen maatregelen om die te verbeteren.
Deze ‘boeren leren van boeren’-aanpak is volgens de evaluatie een absolute voorwaarde voor een groter bereik en effectiviteit van het programma.
Bodemverbetering en duurzaam bodembeheer kwamen bijvoorbeeld aan de orde op de jaarlijkse kennisdagen. Maar er draaien ook projecten rond erfafspoeling, beschikbaarheid van voldoende zoetwater, akkerrandbeheer, verbetering van spuittechniek en klimaatadaptieve drainage.
Uit de evaluatie blijkt dat weliswaar goede vooruitgang wordt geboekt, maar dat het Actieplan Bodem en & Water Flevoland voor de komende jaren wel moet worden aangepast. Naast de algemene doelen voor bodemkwaliteit, waterkwaliteit en waterbeschikbaarheid en de interactie tussen bodem en water moet het gaan over klimaatadaptatie en kringlooplandbouw. Doelen (input, throughput en output) moeten concreter worden gesteld zodat het halen van de doelen ook daadwerkelijk gemonitord kan worden.
Daarbij kan in de toekomst omwille van het behoud van de kwaliteit van de samenwerking het vrijblijvende karakter van de maatregelen die boeren toepassen, weleens moeten verdwijnen, waarschuwt de evaluatie. Maatregelen die kunnen en volgens alle partijen zouden moeten, maar bij achterblijvers toch niet gebeuren, zoals voorkomen van erfafspoeling en veiligstellen van oude chemicaliën, kunnen op termijn worden verplicht.
‘Het bestuur neemt deze aanbeveling uit het evaluatierapport mee bij het bouwen van een nieuw programma’, reageert de stuurgroep Actieplan Bodem en & Water Flevoland op het rapport.